
Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;
b
SER: Sociaal-Economische Raad;
c
kamer: kamer van koophandel en fabrieken;
d
hoofdvestigingskamer: de kamer waarbij de onderneming op grond van artikel 18, zesde lid, van de Handelsregisterwet 2007 ingeschreven is of behoort te zijn;
e
nevenvestigingskamer: de kamer in het gebied waarvan een nevenvestiging van de onderneming gelegen is, niet zijnde de hoofdvestigingskamer;
f
samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband bedoeld in artikel 22a;
g
overlegorganisatie: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die niet bedrijfsmatig werkzaam is, blijkens zijn statuten met betrekking tot meerdere bedrijfstakken tot doel heeft de belangen te behartigen van ondernemers of werknemers en door de SER voor meerdere kamers als organisatie als bedoeld in artikel 11, eerste lid, is aangewezen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.